Vechten maar weer

 
 
 

‘In januari 2002 ontdekte ik een knobbel in mijn linkerborst. Mijn huisarts constateerde direct wat er aan de hand was: borstkanker. Ik schrok erg, maar herpakte mezelf snel en moest het mijn vier opgroeiende kinderen vertellen. De jongste twee hebben hiervan niet veel meegekregen en de oudste twee hebben het op hun eigen manier verwerkt. Mijn man was en is nog steeds mijn rots in de branding. De operatie vond pas plaats in maart van 2002. Gelukkig was een borstsparende operatie mogelijk, met verwijdering van tien lymfklieren. Ik kreeg geen chemo maar wel bestralingen. En ik kreeg vijf jaar lang tamoxifen, dus de overgang werd in gang gezet op mijn 43ste. Elk jaar werd ik gecontroleerd en alles zag er prima uit. In april 2014 zijn bij mij, na dertien kankervrije jaren, uitzaaiingen vanuit mijn borst naar mijn lever geconstateerd. Ik was al maanden niet in orde, met hoge bloeddruk en enorme jeuk waar geen verklaring voor was. Het ging steeds slechter met me en de oncologen wilde zo snel mogelijk met de eerste kuur starten. Na mijn eerste chemokuur hadden de artsen, verpleegkundigen en familieleden niet gedacht dat ik de nacht zou overleven! Vechten maar weer, er zit niets anders op.

Vijf maanden lang heb ik mijn kuren in verschillende combinaties toegediend gekregen, met alle bijwerkingen die op de lijst vermeld staan. Vooral voor de aangetaste slijmvliezen in mijn mond was het moeilijk om een verzachtend middel te vinden: een kwestie van veel schaafijs eten. Dat is verkoelend en het werkt ook tegen de misselijkheid.

Het verlies van mijn haar heb ik als een bijkomstigheid beschouwd. Het is ook een bijwerking waar je uiteindelijk weer prachtig haar door terug krijgt. Je haarverlies is wel het laatste waar je je druk om moet blijven maken!

Ik ben in de veronderstelling dat je nooit moet opgeven en zeker positief de dingen moet bekijken, voor jezelf en voor iedereen om je heen! Ook al zal je de strijd op moeten geven, je bent een fantastisch voorbeeld voor anderen als je tot het einde doorgaat. Je geeft dat door aan je kinderen en zij kunnen daar alleen maar beter van worden.
Met mij gaat het nu best goed. De kanker is onder controle en ik ben weer met hormoontherapie gestart, met minimale bijwerkingen. Ik hoop nog een paar jaartjes op deze planeet te mogen bivakkeren. Ik weet niet wat de toekomst zal brengen, maar dat weet niemand. Leef gezond, blijf optimistisch en haal alles uit het leven wat er inzit!’

Carla, 56


Lees meer over het thema: uitgezaaide borstkanker

Vorige
Vorige

Ik heb een mantra ontwikkeld

Volgende
Volgende

Ik ging de medische molen in