Voor onze dochters was het ook een zware tijd

 
 
 
Laat de ziekte niet je leven bepalen.
— Adi

‘Zes jaar geleden, ik was 47, ontdekte in een knobbeltje in mijn linkerborst. Ik dacht direct: dit is foute boel. Het was weekend. De maandag erna ben ik direct naar de huisarts gegaan. Donderdag kon ik in het ziekenhuis terecht voor een mammografie en een punctie. Mijn vermoeden werd bevestigd: ik had borstkanker.’

 

Fout weefsel

‘Het was niet direct duidelijk hoe groot de tumor was. Op de MRI-scan leek hij groot, wel zo’n vier, vijf centimeter. Na de amputatie bleek het gezwel toch een stuk kleiner: zo’n tweeënhalve centimeter. Ik heb geen idee waarom de MRI-informatie niet klopte. Kort na de MRI-scan werd mijn borst geamputeerd. Ik heb een borstsparende operatie niet overwogen. Voor mij was dat geen optie: dat ding moest eraf! Er zat fout weefsel in en dat wilde ik niet. De poortwachterklier werd ook onderzocht. Die was niet schoon. Een tweede operatie was noodzakelijk.

Toch zijn we eerst op vakantie gegaan. We zouden die zomer met onze twee dochters voor het eerst een grote reis gaan maken, naar de Dominicaanse Republiek. Die kon natuurlijk niet doorgaan. Wel zijn we toen twee weken naar Mallorca gegaan om bij te komen. Dat was heel raar, verwarrend. Ik wist dat ik nogmaals geopereerd moest worden, maar we wilden onze dochters – toen 15 en 16 – toch nog iets van een vakantie geven.’

Plekje op de lever

‘In september volgde de tweede operatie waarbij de lymfeklieren in mijn oksel werden verwijderd. Daarna zou de chemotherapie beginnen, maar bij het bloedonderzoek bleken mijn leverwaarden niet in orde. Op de echo werd een plekje op de lever gezien. Toen stortte mijn wereld echt in. Borstkanker, uitzaaiingen naar andere delen van het lichaam… De kans om dat te overleven werd in een klap zó klein. Ik had daar echt niet op gerekend. Ik had verwacht dat ik er op tijd bij was geweest.

Ondanks dat plekje ben ik toch begonnen met de chemo. Mijn internist-oncoloog zei: “We gaan gewoon voor genezing!” Dat vond ik wel stoer van haar. Ik hield me daaraan vast, ook aan de gedachte dat het misschien geen uitzaaiing was. De resultaten van de chemo spraken die gedachte overigens tegen: na zes kuren was het plekje wél kleiner geworden. Maar de waarneming van slechts één plekje op de lever was bijzonder. Bij uitzaaiingen ga je toch uit van meerdere plekken in het lichaam. Dat hield me op de been.’

Tumormarkers

‘Ik kreeg hormoontherapie, want de borstkankercellen waren hormoon-afhankelijk. De artsen zeiden dat het plekje op de lever daardoor een paar jaar onderdrukt zou kunnen worden, maar daarna zou het aan de therapie ontsnappen en alsnog gaan groeien. Ze kregen gelijk: tijdens een controle in november 2012 waren de tumormarkers in mijn bloed verhoogd.’

Zware operatie

‘Opnieuw moest ik door de molen: CT-scans, onderzoek van mijn botten, maar opnieuw was het alleen dat ene plekje op mijn lever. Dat was weer gaan groeien.

Een leveroperatie was noodzakelijk. Bij borstkankerpatiënten wordt die niet zomaar gedaan. Het is sowieso een heel zware operatie, die de artsen liever niet doen omdat er bij borstkanker meestal sprake is van meerdere uitzaaiingen waardoor een dergelijke operatie eigenlijk voor niets gedaan zou worden. Eerst moest ik opnieuw chemokuren ondergaan en weer werd het plekje op mijn lever kleiner. Daarna werd ik geopereerd en werd een stuk van mijn lever weggehaald. Sinds die tijd gaat het goed.’

Gewoon doorgaan

‘Voor onze dochters was het ook een zware tijd. Ze waren oud genoeg om te beseffen dat ik dood kon gaan. Een paar maanden geleden zaten we met z’n allen aan tafel. We bespraken hoe goed we eigenlijk met mijn ziekte om waren gegaan. Het leven van onze dochters was gewoon doorgegaan, hun schoolprestaties hadden er niet onder geleden. We hebben ook altijd geprobeerd om ons gewone leven te leiden. We ontvingen mensen, gingen op vakantie, alles ging gewoon door. Natuurlijk was dat ook een vorm van ontkenning. Het zit ook wel in mij: ik zal wel eens even laten zien wat ik kan! Gewoon doorgaan! Mijn oudste dochter kon onze zelfingenomenheid met één opmerking relativeren: “Mijn zus en ik zijn af en toe wel heel bang geweest” en ze vertelde dat ze elkaar regelmatig hadden opgezocht en dan samen hadden gehuild. Eigenlijk fantastisch dat ze dat deden, want in die periode konden ze ook behoorlijk ruzie maken.’

Doorleven

‘Laat de ziekte niet je leven bepalen, dat is mijn “wijze” les. Als ik naar het ziekenhuis moet voor controle, voel ik me alweer patiënt worden. Dat wil ik niet. Ik wil gewoon doorleven. Mensen hebben me wel eens gevaagd: ben je niet boos dat je borstkanker hebt gekregen? Maar op wie of wat zou ik boos moeten zijn? Ik beschouw het als pure pech en als puur geluk dat ik het heb overleefd.’

Adi, 53


Lees meer over het thema: uitgezaaide borstkanker

Vorige
Vorige

Chemo = Kaal, toch?

Volgende
Volgende

Ik heb een mantra ontwikkeld