I’m so sorry

 
 
 

‘Ik bleek een grote tumor te hebben. Mijn borst werd geamputeerd. Ik kreeg chemotherapiekuren en 30 bestralingen. Ik was sterk en positief, want ik wist: 85% overleeft. Bovendien, ik kon het me toch niet veroorloven om ziek te zijn? Ik was een alleenstaande moeder met een dochter van 13, Jaimy.

Twee jaar na het ontdekken van de borstkanker, ik had voor mijn gevoel mijn leven weer op de rails, ging ik met Jaimy naar New York. Het was fantastisch, totdat mijn arm begon op te spelen. Ik had geen antibiotica bij me en we zijn de dag erna naar de Emergency Room (de spoedafdeling, red.) van een ziekenhuis gegaan. Daar zit je dan de hele dag te wachten. Gelukkig was ik verzekerd, want de rekening was torenhoog: de ene na de andere arts-in-opleiding komt met je praten. Na drie dagen werd ik uit het ziekenhuis ontslagen. Maar de pijn kwam terug, nu onder mijn rechterschouderblad. Het was ondraaglijk. Opnieuw ging ik naar de arts die ik in het ziekenhuis had ontmoet. Hij zorgde ervoor dat er een scan werd gemaakt, want hij dacht aan een losgeschoten bloedstolsel. Ik werd tussen de gordijntjes op de Emergency Room gezet. Mijn dochter werd weggestuurd. “We hebben geen stolsel gevonden,” zei de arts. “De kanker is terug, in uw longen, lever en botten. I’m so sorry”. Ik zei: “Nu is het afgelopen”. Mijn dochter hoorde dat en stormde naar me toe. Dat moment was écht verschrikkelijk.

In Nederland zijn mijn uitzaaiingen onderzocht. Gelukkig bleek ik geen longkanker te hebben, maar uitgezaaide borstkanker. Daardoor kwam ik bij mijn huidige oncoloog terecht die ik zeer waardeer. Het hoofd financiën van mijn werk heeft me erg goed geholpen om alles op een rijtje te zetten: mijn pensioen, wat er voor mijn dochter geregeld moest worden, hoe het met mijn hypotheek zit… Ik ben getrouwd met mijn ex-man. Hij is Hindoestaans, maar ik ben niet meer gelovig. Ik denk wel dat er “iets” is, ik geloof wel in een vorm van reïncarnatie. En als dat niet zo is, dan is dat maar zo. Ik ben niet bang. Ik hoef geen verantwoording af te leggen voor wie ik ben of wat ik gedaan heb. Na mijn dood is Jaimy bij haar vader in goede handen.’

Marijk, 57


Lees meer over het thema ‘Kinderen en kleinkinderen’

Vorige
Vorige

Ik ben nog lang niet klaar met haar

Volgende
Volgende

Mama heeft ander haar