Ongekende loyaliteit

 
 
 

‘De rol van de partner verandert, dat is zeker. Een continue “onzekerheid” maakt deel van je uit en dat zal niet veranderen. De eigen angst krijgt door de jaren heen gek genoeg een stabiel karakter. Immers, we leven nu al veertien jaar met het gegeven dat mijn echtgenote borstkanker heeft en daar niet van zal genezen. De boodschap die wij al meerdere keren hebben ontvangen - het uitspreken door de oncoloog van opnieuw een terugkeer van kanker die weer behandeld moet worden - wordt steeds beter te verdragen. Het spreekwoordelijke “eelt op de ziel” is echt gekweekt. Dit wil uiteraard niet zeggen dat het je niets doet, stress doet wel degelijk mee.

De angst neemt af met de jaren, je went aan de slechte berichten. Bovendien is ver vooruit plannen absoluut niet aan de orde. De angst die ik heb, ligt meer in het protectionisme naar onze kinderen, om hen willen behoeden voor verdere verslechteringen. Ik houd uiteraard rekening met de omstandigheden waarin mijn echtgenote verkeert. Omdat zij zo’n ras-optimist is, nooit klaagt en er altijd voor onze kinderen is, maakt dat het leven gewoon doorgaat.

De aandacht gaat vooral naar de patiënt, maar ik ervaar dit absoluut niet zo. Doordat ik er openlijk en luchtig over kan communiceren in onze brede kring van familie, vrienden en collega’s, ondervind ik evengoed positieve aandacht.

De kanker is zodanig onderdeel van ons leven geworden, dat we bijna niet beter weten. Ik ben er voor mijn echtgenote, maar evengoed andersom. Dat maakt dat we een goed team zijn, onder de gegeven omstandigheden.

Wat doe ik om het voor mezelf draaglijk te houden? Door veel momenten gezamenlijk door te brengen, ook met vrienden. Als het kan gaan we op vakantie, hebben we gezellige bijeenkomsten en zijn we vooral samen met onze kinderen, als compleet gezin. Daarnaast communiceer ik er open over naar mijn omgeving.

De rol van mijn werkgever is er een van ongekende loyaliteit. Vanaf het moment van de diagnose “borstkanker”, kreeg ik van mijn werkgever alle ruimte om dit afschuwelijk drama te dragen en te “managen”. Zelden zie je dat een werkgever die ruimte biedt. Nu ben ik in de omstandigheid dat flexibel werken geen problemen oplevert, maar zelfs na inmiddels veertien jaar merk ik geen afnemende belangstelling vanuit het bedrijf. Ik kan altijd tijd vrij maken om mee te gaan naar het ziekenhuis. Zelden hebben we iemand van de familie nodig om mijn echtgenote te begeleiden, hoewel er altijd wel iemand beschikbaar is. Maar het meegaan van mij is bijna een “doctrine” geworden. Niets dan lof voor mijn werkgever en collega’s.

Aan de andere kant, niemand had kunnen voorspellen dat we, terugkijkend, zo lang al bezig zijn met behandelen. In het behandelcentrum zijn we inmiddels kind aan huis en kennen de verpleegkundigen ons al veertien jaar. Dat schept een enorme vertrouwensband.’

Danny, man van Marja 52


Lees meer over het thema ‘Familie en vrienden’

Vorige
Vorige

Open en eerlijk

Volgende
Volgende

Ik dacht altijd dat hij niet romantisch was