Ik heb er mooie vriendschappen aan overgehouden

 
 
 

‘De eenzaamheid na de behandeling verraste me en viel me tegen. Ik had tijdens mijn chemo en bestralingen heel veel mensen om me heen die me steunden. Iedereen was zo lief voor me. Ze kwamen me opzoeken. Ik kreeg bloemen en kaarten, ook uit onverwachte hoek. Ik voelde me erg geliefd. Toen de bestralingen voorbij waren en ik weer voorzichtig ging sporten, leek het of mensen een vinkje achter mijn naam zetten: “Beter!” En er werd ineens een stuk minder gevraagd hoe het met me ging. Ook hoorde ik van veel mensen dat ik me zeker elke dag steeds beter ging voelen. Dat was niet het geval. Ik voelde me juist erg verdrietig en angstig. En ontzettend moe. Ik had het idee dat hier minder begrip voor was. Ik had weer haar, dus kom op, dóór. Dat wilde ik wel heel graag, maar ik liep mezelf voortdurend voorbij. Ik kreeg opmerkingen dat ik er niet in moest blijven hangen, terwijl ik het juist nodig had om te praten over de ziekte en het proces. Wat op dat moment erg hielp was het contact met andere patiënten. Tijdens mijn behandeling was ik dat een beetje uit de weggegaan, bang voor hun verhalen. Maar nu had ik veel steun aan de vrouwen die hetzelfde hadden meegemaakt als ik. En ik heb er mooie vriendschappen aan overgehouden.

Nu ik wat beter in mijn vel zit, merk ik dat ik beter kan praten met mijn omgeving. Ik kan vanuit een gezonde afstand reflecteren op de ziekte, en ik merk dat mensen dat fijn vinden.’

Mira, 32


Lees meer over het thema ‘Omgeving en lotgenoten’.

Vorige
Vorige

Schrijf je vragen op een briefje

Volgende
Volgende

En dat lucht ontzettend op