En dus sluit ik me er maar voor af

 
 
 

‘Alhoewel het soms heel fijn is met mensen te praten die weten wat je doormaakt, kom ik er steeds meer achter dat eigenlijk niemand weet wat je doormaakt. Ook niet de mensen die zelf ook kanker hebben (of hebben gehad). En dat komt omdat iedereen het op zijn of haar eigen manier ondergaat.

In de wachtkamer voor de chemo of de bestralingen komen patiënten regelmatig met elkaar in gesprek. Ik hoorde hen dan aan elkaar vragen waar ze voor behandeld werden en hoe het allemaal ging. Op mij kwam het regelmatig over als een wedstrijdje: ik ben het stoerst of ik ben het zieligst. Aan beide doe ik niet graag mee. Ik ga met mijn ziekte om zoals ik dat wil. Ik weet en ik vind dat iedereen het recht heeft om er op zijn eigen manier mee om te gaan, maar mij kost het moeite om dat in de praktijk ook te respecteren. Als ik mensen over hun situatie hoor praten en ze zitten daarbij enorm in de slachtofferrol, dan kost het me super veel energie om tegen mezelf te blijven zeggen dat iedereen het recht heeft om op zijn of haar eigen manier met ziek zijn om te gaan. Ik zou ze het liefst door elkaar schudden en roepen dat het leven zo mooi is, en het waard is om voor te vechten. En dat het dus helemaal geen nut heeft om te gaan zitten simmen (ook niet als je daar alle reden toe hebt), omdat dat het leven nóg minder leuk maakt. En dus sluit ik me er maar voor af. Als ik er niets over hoor, kan ik me ook nergens aan ergeren.’

Détje, 37


Lees meer over het thema ‘Omgeving en lotgenoten’.

Vorige
Vorige

Laat de wereld maar aan mij voorbijgaan

Volgende
Volgende

Ik interpreteerde die lach volkomen verkeerd