Haal het allemaal maar weg!

 
 
 

‘Alles is toch oké? Wat ziet u dan? Misschien is het gewoon een ontsteking? Is het niet goed? Daar lig ik dan op het bed in het ziekenhuis bij de arts die mijn echo deed. Een vragenvuur binnen een paar momenten afgeschoten, nadat ik een ietwat ernstige blik zag van de arts. Het allerlaatste wat je verwacht. Ik voel geen pijn, ik voel niets geks, ik voel zelfs geen knobbeltje. Gewoon een opgezwollen plek. Met een baby van vijf maanden oud was ik er zeker van dat het een ontstoken melkklier zou zijn, totdat ik dus het gezicht van de arts zag.

Een achtbaan van emoties en behandelingen, zo zag mijn jaar na de diagnose eruit. Van de vertrouwde “ik” werd ik in korte tijd een onbekende en onbetrouwbare “ik”. Maandenlang heb ik niet in de spiegel durven kijken, want ik zag mezelf niet terug. De chemotherapie, operatie en radiotherapie maakten mij iemand die ik niet kende en ook niet had willen kennen.

Nadat ik te horen kreeg dat het een tumor was, werd ik binnen een week ingepland voor de amputatie. Hier koos ik zelf voor. “Niets borstsparend, haal het allemaal maar weg,” had ik heel hard geroepen naar de artsen. Voor mij was op dat moment het belangrijkste om te overleven, voor mezelf en voor de kleintjes. Ik wil met mijn eigen ogen zien hoe zij groot worden.

De klap komt hard aan als je jezelf voor het eerst in de spiegel ziet met een “verminkt” lichaam. Je vrouwelijkheid wordt ergens diep aangetast, lijkt het wel. Dat is niet alleen te zien maar ook te voelen. Door merg en been.’

Azmi, 34


Lees meer over het thema ‘Leven zonder borst(en)’

Vorige
Vorige

Ik begon me steeds ongemakkelijker te voelen

Volgende
Volgende

Hemdjes te passen en prothesebeha’s