Erfelijkheidsonderzoek kan duidelijkheid verschaffen
‘Als borstkanker als een rode draad door de familie loopt, en/of op jonge leeftijd (jonger dan 40-45 jaar) optreedt, is er mogelijk sprake van een erfelijke aanleg. In het DNA bevindt zich een fout (een mutatie) die van moeder of vader op kind wordt overgedragen. Erfelijkheidsonderzoek kan duidelijkheid verschaffen over het al of niet aanwezig zijn van een erfelijke aanleg voor borstkanker. Dat onderzoek wordt verricht op de afdeling Klinische Genetica. Hiervoor is een verwijzing via de behandelende arts/oncoloog nodig. Het erfelijkheidsonderzoek verschaft informatie waardoor de behandeling en/of het type nacontrole aangepast kunnen worden. De uitslag van het erfelijkheidsonderzoek kan ook consequenties hebben voor familieleden.
Als er géén erfelijke aanleg wordt aangetoond, kan het risico op het krijgen van borstkanker voor vrouwelijke familieleden exacter worden geschat en een aangepast controle-advies gegeven worden. Als er wél een erfelijke aanleg wordt aangetoond, kan elk individu uit de familie voor zichzelf beslissen of ze getest willen worden of eerst controle willen. Dit wordt door de klinisch geneticus zorgvuldig besproken. Zo nodig wordt ook begeleiding van een psycholoog aangeboden. Begrijpelijkerwijs kan dit nieuws behoorlijke impact hebben op familieleden, maar uit onderzoek en ervaring is gebleken dat mensen hiermee meestal toch goed kunnen omgaan.’
Dr. Caroline Seynaeve, internist-oncoloog