Ritje in de achtbaan
Verplaats je in de volgende situatie: je krijgt op een goeie dag, althans zo begon die, te horen dat je borstkanker hebt. Op dat moment gaat het adrenalineniveau naar maximaal volume en er ontketent zich een wild dier dat woest is, aangeslagen, gewond maar vooral strijdbaar. Ik neem je mee voor een ritje in de “achtbaan” die kanker heet.’
Verminken
‘Het wagentje vertrekt uit het depot om in een vliegende snelheid en met donderend geweld de achtbaan af te suizen. De eerste scherpe bocht is het verminken van de warme zachte borst die je kinderen getroost heeft en je man als setje zo mooi vond. De tweede afdaling is het starten van de behandelingen, met het vooruitzicht dat het volgende kenmerk wat de meeste vrouwen van mannen onderscheidt, je haar, gaat verdwijnen.
Als dat gedeelte met de nodige loopings, plotselinge steile afdalingen en abrupte haakse bochten achter de rug is, rijdt het wagentje het depot weer binnen. Het wordt stil en je oren suizen van het donderende geweld van de achtbaan waar je net doorheen gestormd bent. Bij het uitstappen van het wagentje drukt iemand je een doos anti-hormoontabletten - waarvan je op dat moment nog niet weet hoezeer ze je leven gaan veranderen - in je handen en verdoofd loop je naar huis.’
Onbenullige adviezen
‘Je doet moedige pogingen om met een plastic kipfilet in je beha, mutsen, sjaaltjes, pruiken en hoedjes er nog wat leuks van te maken en trekt de grote boze wereld in. Dan kom je er al vrij snel achter dat die pogingen tevergeefs zijn: je bent niet meer anoniem in de massa en herkenbaar geworden. Je moet maar accepteren dat mensen je ongevraagd aanspreken en van welgemeende, maar volslagen onbenullige adviezen gaan voorzien.
Dan heb je eens een “goeie dag”. Zo goed en zo kwaad als het gaat - bij het ontbreken van wenkbrauwen en wimpers - verzorg je je make-up. Je zet je mooiste hoedje op en denkt eens “gewone” dingen te gaan doen. Je wordt lachend met een glaasje rosé in het uitgaansleven gespot en merkt dat mensen daar van in de war raken: iets in dit plaatje klopt niet en onbegrip of stomme opmerkingen zijn jouw beloning voor deze dappere daad. Je zou ze de ogen willen uitkrabben, maar daar zijn je nagels na de kuren dan weer te zwak voor.’
Drijfzand
‘Dan komt, zoals men dat zegt, aan alles weer een eind. De kuren zijn klaar en jij bent er ook klaar mee! Dacht je… maar eigenlijk begint de strijd en mijn verhaal hier. Want als je denkt: dat hebben we achter de rug, ik heb inmiddels mijn haar al een keer laten knippen en we gaan maar weer eens over tot de orde van de dag, dan blijk je in drijfzand terecht gekomen te zijn. De vermoeidheid die je tijdens de chemokuren had, gaat nu na een paar weken niet weg. Sterker nog: het wordt erger! Je voelt dat je lichaam op volle kracht werkt om de chemicaliën die erin gespoten zijn en de schade die is aangericht te herstellen. En dat kost alle energie! Jij, die altijd “en–en” kon doen, moet nu keuzes maken: “of-of” dus. De hoeveelheid energie is beperkt en het valt je zwaar de juiste keuzes te maken. Je loopt regelmatig tegen het fenomeen aan dat je een stuk dag over hebt.’
Chemo-dementie
‘Inmiddels is het slikken van de anti-hormoontabletten gestart en de eerste kenmerken openbaren zich reeds: stramme, krakende gewrichten, droge slijmvliezen in de vagina, (waardoor de romantiek ook vermoord is), en de zwaartekracht neemt bezit van je buik, overgebleven borst, taille en billen.
Nog steeds vastberaden en moedig ga je proberen wat serieuzere dingen te ondernemen, zoals het onderhouden van een sociaal leven of werken. Dan blijkt al vrij snel dat de chemokuren en een jaar lang iets te veel witte jassen om je heen zijn tol geëist hebben. Je concentratie is volledig verdwenen en je leidt aan cognitieve problemen. “Ja,” wordt er geroepen, “dat noemen we chemo-dementie!”
Hoe frustrerend is dat…natuurlijk moet je aardappels kopen als je stamppot wil eten…maar daar kom je pas achter als je net uit de supermarkt stapt! Daar waar jij altijd het hoogste woord had op feestjes, ben je nu een muurbloempje geworden, want je moet je energie sparen om de avond door te komen.
Naarmate je opknapt, wordt het onbegrip van je omgeving groter. Je gaat er steeds beter uitzien, maar staat nog steeds op de vluchtstrook van de A1 en kan niet invoegen. Mensen gaan er weer toe over om dingen van je te eisen, omdat je in hun ogen hersteld bent. Het kost je heel veel moeite om deze frustratie niet te botvieren op de omgeving die het over het algemeen goed bedoelt. De hormoonspiegel, of eigenlijk het gebrek daaraan, is dan de olie op het vuur.’
Madeleen, 53