Ik besloot niet meer te lijden
‘Veel mensen adviseerden me om vooral positief te blijven denken. Als ik bang werd voor uitzaaiingen, werd me gemaand naar de positieve resultaten te kijken. Dat moet iedereen voor zichzelf bepalen, maar voor mij werkte het niet. Als ik denk “blijf positief, de chemo heeft aangeslagen, de arts is optimistisch, et cetera”, verval ik heel snel in angstgedachten en ga ik aan mijn eigen positiviteit twijfelen: “Wat als die arts dat alleen maar zegt omdat ik me niet te druk moet maken?” Voor ik het wist, lag ik alweer te piekeren en te malen.
Wat voor mij hielp, was te bedenken wat nú de waarheid was. Het is inderdaad een enge gedachte om te denken dat je door de ziekte dood kunt gaan, maar omdat je dat denkt, betekent dat nog niet dat het ook waarheid wordt. Je kunt uit de maalstroom stappen. Niet positief denken, niet negatief, gewoon zijn. Hoe vaker je dit doet, hoe beter je erin wordt. Inmiddels kan ik, zodra ik een angstgedachte krijg, erkennen dat dit een enge gedachte is, mezelf een halt toeroepen en naar mijn ademhaling luisteren, in plaats van naar mijn angsten.’
‘Tijdens de ergste behandeldagen zat ik op de bank, mijn kale hoofd in mijn handen, tranen van depressie te huilen. Lichamelijk was ik gebroken door de chemo, mentaal uitgeput door de angst voor de dood. Ik zag geen mogelijkheid me ooit weer goed te voelen. Het moment dat daar verandering in kwam, was achteraf heel bijzonder. Mijn ouders kwamen op bezoek en mijn moeder zag me zitten op de bank. Ik keek haar met troebele ogen aan en ze zei alleen maar zachtjes: “Och kind”. Ik zag in haar gezicht een spiegel. En ik besloot niet meer te lijden. Echt, zo simpel was het. Ik zat in een door mezelf gecreëerde hel van ellendig angstig geschreeuw in mijn hoofd. Ik besloot niet meer te luisteren en zei in gedachten “stop” tegen dat verdriet. Op dit moment ben ik hier, op de bank, mijn moeder staat voor me, en ik heb kanker. Daar doe ik helemaal niets aan. Ik accepteerde dat ik hier niets aan kon veranderen. En ik voelde rust.’
Mira, 32